De elementaire FP&A-woordenlijst.

Wilt u weten wat bepaalde FP&A-termen betekenen? Bekijk deze woordenlijst met FP&A-definities en verdiep uw kennis.

A

Boekhoudkundige afsluiting (afsluiting, maandelijkse afsluiting, afsluitingsproces) (Accounting Close)

De boekhoudkundige afsluiting, ook bekend als afsluiting, maandelijkse afsluiting en afsluitproces, is een maandelijkse termijn waarna geen boekingen meer op de rekeningen kunnen worden verricht. Nadat accounting de maand officieel heeft afgesloten, begint FP&A met het rapportage- en analyseproces.

Crediteuren (AP) is de verplichting van een bedrijf om zijn kortlopende schulden aan crediteuren af ​​te betalen.

Debiteuren (AR) is geld dat aan een bedrijf verschuldigd is uit verkopen die zijn gerealiseerd maar nog niet zijn betaald.

De omloopsnelheid van de debiteuren is een meeteenheid voor het efficiënte gebruik van de activa van een bedrijf door te kijken hoe vaak per jaar een bedrijf de gemiddelde waarde van zijn debiteuren int.

Boekhouding op transactiebasis is een boekhoudmethode waarbij de omzet wordt geboekt wanneer deze wordt verdiend en onkosten worden vastgelegd wanneer ze zich voordoen, ongeacht wanneer er contant wordt betaald. Dit resulteert in een resultatenrekening die de winstgevendheid van een bedrijf gedurende een bepaalde periode effectiever meet.

De acid test ratio (quick ratio) is een indicator die aangeeft of een organisatie voldoende kortetermijnactiva heeft om de directe verplichtingen te dekken. De quick ratio kan worden berekend door de liquide activa (activa in de vorm van contanten of activa die gemakkelijk in contanten kunnen worden omgezet) te delen door de waarde van alle vlottende passiva.

Actieve planning is een uitgebreid, dynamisch en proactief budgetteringsproces dat op samenwerking is gebaseerd en continu wordt uitgevoerd. Een actief planningsproces geeft meer inzicht in de bedrijfsprestaties, schept vertrouwen in de cijfers, maakt datagestuurde beslissingen mogelijk en vergroot de buy-in en accountability binnen een organisatie. Actieve planning vereist gebruiksvriendelijke, krachtige en snelle planningssoftware. Zonder deze drie factoren zult u genoegen moeten nemen met een statisch plan dat misschien achterhaald of onnauwkeurig is, of geen buy-in van anderen heeft.

Budgettering op basis van activiteiten is een methode van budgettering waarbij wordt bepaald welke activiteiten kosten veroorzaken en hoe deze zich tot elkaar verhouden, en hoeveel van het totale budget aan elke activiteit moet worden toegeschreven of toegewezen.

De kostenberekening op basis van activiteiten is een methode om kosten toe te kennen, meestal binnen een productieorganisatie, aan producten, diensten of klanten op basis van de activiteiten die er deel van uitmaken en de resources die voor die activiteiten worden verbruikt.

Planning op basis van activiteiten is een bedrijfsplanningstrategie die het soort en de hoeveelheid activiteiten vaststelt die nodig zijn om op efficiënte wijze een gewenst niveau van goederen en diensten te produceren.

Actuals verwijst naar de werkelijke cijfers van een bepaald moment, in tegenstelling tot cijfers die zijn gebudgetteerd of in de toekomst worden verwacht (bijvoorbeeld verkopen, onkosten, verzonden eenheden voor het lopende jaar, enzovoort).

Toegewezen kosten zijn onkosten die meestal afkomstig zijn uit overhead die over meerdere kostenplaatsen of afdelingen moet worden verdeeld. Het bedrijf bepaalt zijn eigen methode om een deel van die kosten toe te wijzen of toe te kennen aan elke kostenplaats en/of rekening die deze onkosten moet absorberen. Voorbeelden van toegewezen kosten zijn onkosten voor energie, facilitaire kosten en IT-services.

Een allocatie is de verdeling van inkomsten of onkosten over verschillende afdelingen, divisies, regio's enzovoort.

Een jaarverslag is een jaarlijks overzicht van de activiteiten van een bedrijf met een balans en een resultatenrekening. Het jaarverslag wordt verspreid onder de aandeelhouders en staat in de VS ook wel bekend als 10-K, de naam van het rapportageformulier van de U.S. Securities and Exchange Commission (SEC).

B

Balans

Een balans is een overzicht van alle activa, passiva en kapitaal van een entiteit op een bepaald moment. Het is een van de drie belangrijkste financiële overzichten, samen met het kasstroomoverzicht en de resultatenrekening.

De winstmarge vóór belasting is de verhouding tussen de inkomsten vóór belasting en de netto-omzet van een bedrijf. Hoe hoger de winstmarge vóór belasting, hoe winstgevender het bedrijf.

Benchmarking is het vergelijken van de financiële meeteenheden en ratio's van een organisatie met vergelijkbare branchegenoten.

Break-even-analyse is een analyse om het punt te bepalen waarop de verkoop van een product of dienst alle onkosten zou dekken, maar geen winst zou opleveren.

Business Intelligence verwijst naar een reeks concepten, methoden en tools waarmee gegevens op een efficiënte manier kunnen worden verzameld en geanalyseerd, zodat zakelijke beslissingen effectiever worden en gebaseerd zijn op inzichten.

C

Kapitaalbudget (Capital Budget)

Kapitaalbudget verwijst naar de verwachte kapitaaluitgaven van een organisatie voor een bepaalde periode.

Kapitaaluitgaven verwijst naar het geld dat wordt gebruikt om vaste activa of andere activa met een waarde op lange termijn, zoals grond, gebouwen en apparatuur, aan te schaffen, te onderhouden of te verbeteren. Het bedrijf spreidt de verantwoording van die kosten over de levensduur van de nieuwe of verbeterde activa door middel van amortisatie of afschrijving. Voor verschillende categorieën activa zijn er specifieke regels voor het bepalen van hun levensduur en classificatie, overeenkomstig de GAAP-normen.

Kapitaalrantsoenering is een manier om het aantal nieuwe investeringen van een bedrijf te beperken door hogere kapitaalkosten op te leggen bij het overwegen van investeringen of door een maximum vast te stellen voor bepaalde delen van een budget.

Kapitalisatie is de som van de aandelenwaarde, de langetermijnschuld en de ingehouden winsten van een organisatie.


Kapitalisatie is ook het proces waarbij de kosten van een activum worden afgeschreven over zijn levensduur, in plaats van op het moment waarop de onkosten zijn betaald.

De kapitalisatieratio vergelijkt langlopende schulden met langlopende schulden plus het eigen vermogen om te meten in hoeverre de schulden van een organisatie de activiteiten en de groei kunnen ondersteunen. Dit is de belangrijkste maatstaf om te begrijpen hoe groot de hefboomwerking van de schuldstructuur van een bedrijf is.

Een liquiditeitsbudget is een overzicht van de gebudgetteerde in- en uitgaande kasstromen van een organisatie gedurende een bepaalde periode, evenals de verwachte kas- en leningsaldi.

De kasconversiecyclus is de tijd die een bedrijf nodig heeft om de input van middelen om te zetten in positieve kasstromen. De kasconversiecyclus geeft aan in hoeveel tijd elke netto-euro aan input wordt omgezet in cash. Hoelang duurt het bijvoorbeeld voordat een euro die wordt uitgegeven aan grondstoffen, wordt omgezet in een eindproduct dat op voorraad ligt en uiteindelijk wordt verkocht aan een klant?

Een kasstroomprognose is een proces waarmee de in- en uitgaande kasstromen van een organisatie voor een toekomstige periode worden voorspeld.

De kasstroom uit activiteiten is het nettobedrag in contanten dat door een bedrijf wordt gegenereerd en dat uitsluitend verband houdt met de kernactiviteiten van de organisatie. De kasstroom uit activiteiten omvat geen items die losstaan van de activiteiten, zoals de verkoop van beleggingen, effecten, financiële instrumenten of andere vaste activa. Om de kasstroom uit activiteiten te berekenen, telt u de EBIT (winst vóór rente en belasting) en de afschrijvingen bij elkaar op, trekt u de belasting ervan af en voegt u de wijziging in het werkkapitaal toe.

Een kasstroomoverzicht geeft een samenvatting van de contanten die een bedrijf in een bepaalde periode heeft gegenereerd of gebruikt. Het is een van de drie belangrijkste financiële overzichten, samen met de balans en de resultatenrekening.

Het break-even-punt van de kasstromen is het punt waarop de inkomsten gelijk zijn aan de vaste en variabele kosten, zodat de som van de inkomende en uitgaande kasstromen gelijk is aan nul.

Common-size-analyse is een manier om alle waarden te tonen als een percentage van een totale waarde om een ​​vergelijking tussen bedrijven of tussen perioden van een bedrijf mogelijk te maken. R&D of verkoop en marketing kunnen bijvoorbeeld worden weergegeven als een percentage van de omzet.

Consolidatie is de samenvoeging van financiële overzichten van afzonderlijke bedrijven van een groep alsof ze één entiteit waren. Dit is meestal gekoppeld aan het financiële afsluitingsproces van een bedrijf.

Corporate Performance Management (CPM) is een categorie financiële en analytische software waarmee de financiële en operationele KPI's van een organisatie kunnen worden bijgehouden en gemeten. Een voordeel van CPM-software is de mogelijkheid om alle aspecten te stroomlijnen van financiële data-analyse, budgettering, forecasting, het samenstellen van dashboards en het nemen van beter geïnformeerde beslissingen. CPM wordt ook wel Enterprise Performance Management (EPM) en Business Performance Management (BPM) genoemd.

Kostenallocatie is het toewijzen van gedeelde kosten aan verschillende kostenplaatsen. Een bedrijf kan bijvoorbeeld de kosten van een duur computersysteem toekennen of toewijzen aan de drie verschillende afdelingen van het bedrijf die het systeem gebruiken.

Een kostenplaats is een onderdeel van een organisatie, vaak een afdeling, dat niet direct bijdraagt ​​aan de winst, maar toch onkosten maakt en geld nodig heeft om te functioneren. Kostenplaatsen dragen indirect bij aan het genereren van omzet, in tegenstelling tot profitcenters, die door hun acties rechtstreeks bijdragen ​​aan het genereren van omzet.

De kapitaalkosten zijn het rendement dat investeerders hadden kunnen behalen door dezelfde middelen te investeren in een andere investering met hetzelfde risiconiveau. Het is een meting van de opportunitykosten van een investering.

Een kosten-volume-winstanalyse (CVP) is een manier om te bepalen hoeveel eenheden van een artikel moeten worden verkocht om kostendekkend of winstgevend te zijn.

De kosten van verkochte goederen (COGS) zijn de totale kosten die een organisatie maakt om een ​​product of dienst gedurende een bepaalde periode te produceren en te verkopen aan een klant. De COGS van een item omvatten behalve de kosten van grondstoffen en productie bijvoorbeeld ook de verkoopkosten van dat item, zoals de commissie van een verkoper.

Het tegenpartijrisico is het risico dat een van beide partijen de contractuele betalingsverplichtingen niet nakomt of niet voldoet aan andere contractueel overeengekomen vereisten.

Customer Relationship Management (CRM) is het verzamelen en analyseren van klantinformatie bedoeld voor verkoop, marketing en klantenservice, waarmee bedrijven inzicht krijgen in en kunnen voldoen aan bestaande en potentiële klantbehoeften. Een CRM-systeem is software die interacties met klanten en hun accountgeschiedenis op één centrale locatie beheert, bijhoudt en opslaat.

D

Debt-equity-ratio

De debt-equity-ratio is een maatstaf voor hoeveel schuld een bedrijf gebruikt om zijn activa te financieren in verhouding tot het door de aandeelhouders ingebrachte kapitaal. De debt-equity-ratio kan worden berekend door de totale passiva van een bedrijf te delen door het eigen vermogen van de aandeelhouders.

De schuldratio is een financiële ratio die de totale passiva van een bedrijf vergelijkt met de totale activa om de hefboomwerking van een bedrijf te meten. Schuldratio kan worden gebruikt om te bepalen hoe solvabel een bedrijf is en hoe goed het zijn schulden en onkosten kan dekken met bestaande activa.

Discounted cashflow (DCF) is een poging om alle geschatte, toekomstige omzet en onkosten om te rekenen naar de huidige waarde. Dit is doorgaans een datapunt in een algemene analyse van de levensvatbaarheid van een project en nuttig om te bepalen hoe aantrekkelijk een potentiële investering is. Dit verschilt van bedrijf tot bedrijf, maar het is een veelgebruikte methode om projecten in de hele projectenportefeuille van een bedrijf te evalueren.

Driver-based planning is een planningsmethode waarbij financiële prestaties worden voorspeld op basis van variabelen en formules binnen modellen die een aanzienlijke invloed hebben op de belangrijkste financiële resultaten van een organisatie.

E

Winst vóór rente en belasting (Earnings Before Interest and Taxes, EBIT)

De winst vóór rente en belasting is een maatstaf voor de winstgevendheid van een organisatie voordat rekening wordt gehouden met rente en belasting.

EBITDA is een gebruikelijke boekhoudkundige maatstaf voor de winst van een bedrijf vóór rente, belasting, afschrijvingen en amortisatie. EBITDA kan worden gebruikt om de winstgevendheid en prestaties van bedrijven en branches te analyseren en te vergelijken, omdat het de effecten van financierings- en boekhoudkundige beslissingen wegneemt.

Economic Attributes Framework is een methode om de waardecreatie op brancheniveau te beoordelen. Hierbij wordt gekeken naar de specifieke kenmerken van algemene economische factoren, zoals vraag, aanbod, marketing en financiering.

Het effectieve belastingtarief is het gemiddelde percentage van de winst vóór belasting dat een organisatie aan belasting heeft betaald. Het ETR wordt berekend door simpelweg de winst vóór belasting te delen door het bedrag aan betaalde belasting.

Enterprise Resource Planning is een categorie bedrijfssoftware die doorgaans de basisfuncties van boekhouding, human resources en productie integreert om informatie binnen een organisatie te centraliseren en de efficiëntie te verbeteren. Veel ERP-leveranciers bieden naast de basisfuncties (zoals logistiek, CRM en rapportage) ook aanvullende ondersteuning voor andere afdelingen. Vaak bieden die echter niet dezelfde mogelijkheden als speciaal ontworpen (ook bekend als best-of-breed) softwareapplicaties en zijn ze ook minder geavanceerd.

Het gebeurtenisrisico verwijst naar de mogelijkheid dat het vermogen van een bedrijf om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen, wordt aangetast door een onverwachte gebeurtenis, zoals een natuurramp of een grote externe investeringstransactie (zoals een overname).

De verwachte waarde is de geschatte waarde van een project of investering. Deze wordt verkregen door de verschillende bedragen van mogelijke uitkomsten, vermenigvuldigd met de waarschijnlijkheid van elke uitkomst, bij elkaar op te tellen. Het is een gebruikelijke methode om risicometingen op te nemen in het geschatte rendement van een investering.

Onkosten zijn de kosten die een organisatie maakt bij het uitvoeren van haar activiteiten. Er zijn verschillende categorieën van onkosten: vaste en variabele, directe en indirecte, operationele en niet-operationele onkosten.

F

Financiële afsluiting

De financiële afsluiting is een financieel proces waarbij gerelateerde financiële transacties zijn voltooid en alle bijbehorende rekeningen zijn afgesloten. Na de financiële afsluiting worden er in principe geen wijzigingen meer aangebracht en kunnen de betreffende cijfers met vertrouwen worden gerapporteerd. Zie ook Boekhoudkundige afsluiting.

Een financieel plan is een financieel model dat de huidige financiële situatie van een organisatie beschrijft en de toekomstige situatie voorspelt. Hierbij wordt gebruikgemaakt van bekende variabelen en veronderstellingen om de toekomstige waarde van activa en kasstromen te voorspellen.

Financiële planning en analyse (FP&A) is de overkoepelende term voor de planning, forecasting, budgettering en analytische activiteiten die de financiële en strategische gezondheid van een organisatie ondersteunen.

Financiële rapportage is het proces waarbij informatie over de financiële positie, operationele prestaties en kasstromen van een entiteit voor een bepaalde periode wordt gepresenteerd. In het geval van beursgenoteerde bedrijven kan dit betrekking hebben op het opstellen en openbaar maken van verplichte documenten, zoals de 10-K (jaarverslag in de VS) en 10-Q (kwartaalverslag in de VS).

Een boekjaar (FY) is een periode van 12 maanden die wordt gebruikt voor boekhoudkundige doeleinden en om financiële overzichten op te stellen. Wat als boekjaar wordt gezien, wordt bepaald door de organisatie. Het boekjaar kan al dan niet hetzelfde zijn als een kalenderjaar. De IRS (Internal Revenue Service, belastingdienst van de VS) geeft organisaties de mogelijkheid om hun belasting te betalen op basis van het kalenderjaar of hun boekjaar.

Een vast activum is een activum of eigendom met een lange levensduur dat wordt gebruikt voor de productie van goederen of diensten en dat niet gemakkelijk in geld kan worden omgezet (illiquide). Een vast activum kan bestaan uit land, gebouwen, apparatuur of machines. Er zijn andere typen vaste activa die niet direct tastbaar zijn, zoals patenten, handelsmerken en merkwaarde.

Vaste kosten zijn kosten die niet veranderen, ongeacht de toename of afname van de hoeveelheid geproduceerde en/of verkochte goederen of diensten. Dit is het tegenovergestelde van variabele kosten.

Forecasting is een proces dat wordt gebruikt om toekomstige omzet en kosten te ramen op basis van vroegere, huidige en geschatte veranderingen in financiële data en omstandigheden. Forecasting is een kernproces van FP&A waarbij bedrijven proberen op regelmatig basis de toekomstige financiële situatie van hun organisatie in te schatten om beslissingen over de accumulatie en allocatie van kapitaal te onderbouwen.

De vrije kasstroom wordt gebruikt om de financiële prestaties van een bedrijf te meten door te kijken hoeveel contanten het genereert. Deze kasstroom kan worden berekend door kapitaaluitgaven af ​​te trekken van de operationele kasstroom. De vrije kasstroom is een zeer nuttige maatstaf om inzicht te krijgen in de werkelijke winstgevendheid van een bedrijf. Het is moeilijker te manipuleren en vertelt veel meer over een bedrijf dan meer algemeen gebruikte meeteenheden, zoals de netto-inkomsten.

Fulltime equivalent (FTE) is het aantal gewerkte uren van één werknemer op fulltime basis. Twee contractanten die elk 20 uur per week werken, zijn bijvoorbeeld te vergelijken met één FTE (uitgaande van een 40-urige werkweek).

G

Grootboek

Het grootboek is een boekhoudkundige registratie die wordt gebruikt om alle financiële transacties binnen een organisatie bij te houden en samen te vatten. Grootboeken worden in toenemende mate overgezet naar cloudgebaseerde software. Hierdoor hebben gebruikers op elk moment toegang tot de informatie en kan deze gemakkelijker in andere transactiesystemen worden geïntegreerd.

Governance is een systeem van regels en procedures die zijn opgesteld om te zorgen voor verantwoording, transparantie en eerlijkheid tegenover alle stakeholders die bij een organisatie of project betrokken zijn. Corporate governance verwijst meestal naar het governanceproces waarop de raad van bestuur van een organisatie toezicht houdt. Governance wordt echter vaak toegepast op allerlei aspecten van een organisatie, zoals de governance van een groot IT-project of een andere belangrijke investering.

De brutowinst is de winst van een bedrijf na aftrek van de directe (variabele) kosten van productie, distributie en verkoop van het product. De brutowinst wordt berekend door de kosten van verkochte goederen (COGS) af te trekken van de totale omzet van het bedrijf, zonder rekening te houden met indirecte kosten zoals belasting, rente op schulden of andere overheadkosten.

De brutowinstmarge (ook wel brutomarge genoemd) is de verhouding tussen de brutowinst en de omzet. Het is een maatstaf voor de potentiële winstgevendheid van een item door te kijken hoeveel extra winst wordt gegenereerd met elke extra euro aan omzet.

De bruto-omzet is het totale bedrag aan inkomsten uit alle verkoopactiviteiten van een organisatie.

H

Human Capital Management (HCM)

Human Capital Management (HCM) is een filosofie waarbij werknemers als activa worden beschouwd. Het doel is deze activa zodanig te werven, op te leiden, te managen en te behouden dat ze de organisatie in de toekomst voordelen en efficiëntie kunnen bieden. Er bestaat HCM-software om HR-functies, zoals salarisadministratie, training, talentbeheer en opvolgingsplanning, te automatiseren of te verbeteren.

I

Immateriële activa

Immateriële activa zijn niet-fysieke activa, zoals intellectueel eigendom van bedrijven, goodwill, handelsgeheimen en merkherkenning, die geacht worden langer dan één jaar nuttig te zijn.

De rentedekkingsratio geeft aan of een bedrijf in staat is de rentebetalingen te doen die nodig zijn om aan de schuldverplichtingen te voldoen. De rentedekkingsratio wordt berekend door de rentelasten te delen door de EBIT (winst vóór rente en belasting) voor een bepaalde periode, meestal één jaar.

De interne-opbrengstvoet (IRR) is een maatstaf om het geschatte rendement van een investering te bepalen in vergelijking met de kapitaalkosten van een organisatie. Het geeft de rentevoet aan die een investering zou moeten hebben om break-even te draaien met de contante waarde van alle verwachte kasstromen voor een project. Als de IRR positief is, overtreft het project de voor risico gecorrigeerde kapitaalkosten. Als de IRR negatief is, haalt het project de naar risico gewogen kapitaalkosten niet (en kunt u meestal beter een andere investering doen).

Investeren is het zo efficiënt mogelijk inzetten van middelen met als doel een maximaal rendement te behalen.

K

Key Performance Indicator (KPI)

Een Key Performance Indicator (KPI) is een meeteenheid die wordt gebruikt om factoren te meten die cruciaal zijn voor het succes van een organisatie. KPI's kunnen per bedrijf verschillen, maar vormen altijd de belangrijkste meeteenheden die de prestaties en gezondheid van een organisatie aangeven. Vaak worden deze KPI's verzameld in de vorm van een dashboard, dat met behulp van datavisualisatiesoftware beschikbaar wordt gesteld aan de belangrijkste stakeholders. KPI's worden normaal gesproken regelmatig bijgehouden om trends waar te nemen en vergelijkingen te maken met het plan van een organisatie voor de verwachte prestaties.

L

Achterlopende indicator (Lagging Indicator)

Een achterlopende indicator is een activiteit of gebeurtenis die, op het moment van meting, een goede indicatie is van een (meestal economische) activiteit uit het verleden. Deze meting is alleen mogelijk na voltooiing van de activiteit of gebeurtenis. Zo wordt loonstijging beschouwd als een achterlopende indicator van economische groei, omdat dit doorgaans pas gebeurt nadat de economie is gegroeid en de vraag naar arbeid is toegenomen. Dit zorgt voor een opwaartse loondruk naarmate de concurrentie om de beperkte arbeidskrachten toeneemt.

Een voorlopende indicator is een activiteit of gebeurtenis die, op het moment van meting, een goede indicatie is van een (meestal economische) activiteit in de toekomst. Zo wordt de waarde van aandelen op de beurs vaak gezien als een voorlopende indicator, omdat de aandelenkoersen zijn gebaseerd op de geschatte toekomstige winst van bedrijven. Een stijgende aandelenkoers is een voorlopende indicator van de verwachte toekomstige groei van dat bedrijf.

Langlopende verplichtingen zijn de financiële verplichtingen (meestal schulden) van een bedrijf die niet binnen een jaar zullen worden afbetaald.

Langetermijnactiva zijn activa die niet binnen één jaar na de balansdatum in contanten kunnen worden omgezet. Voorbeelden van activa op lange termijn zijn meerjarige huurcontracten voor onroerend goed, vastgoedbezit, langlopende effecten en fabrieksuitrusting.

M

Modellering

Modellering is het simuleren van het effect van specifieke variabelen op een financieel resultaat om de financiële besluitvorming te ondersteunen. Dit is een cruciaal onderdeel van driver-based forecasting, waarbij de kernelementen van een bedrijfsproces worden gebruikt om de toekomstige prestaties van die bedrijfsfunctie te modelleren en in te schatten.

Boekhouding op basis van gewijzigde kasmiddelen is een boekhoudmethode die elementen van transactieboekhouding en kasboekhouding combineert. De kasbasis wordt gebruikt om kortetermijnposten te boeken wanneer contant geld van eigenaar wisselt. Langlopende balansposten, zoals langlopende schulden en vaste activa, worden geboekt op transactiebasis, waarbij afschrijvingen en amortisatie in de tijd worden gespreid.

N

Netto-inkomsten

De netto-inkomsten zijn de inkomsten van een organisatie minus de totale kosten van bedrijfsvoering (directe, indirecte, kapitaal-, financierings- en afschrijvingskosten), onkosten en belasting. Dit is wat het bedrijf heeft verdiend na rekening te hebben gehouden met alle aspecten van de organisatie, zowel van operationele als niet-operationele aard.

Netto-inkomsten vóór belasting (ook wel winst vóór belasting) is de winst van een bedrijf vóór de betaling van vennootschapsbelasting. Dit kan op twee manieren worden berekend. De eerste is om alle omzet uit elke bron op te tellen en alle onkosten behalve belasting af ​​te trekken. De tweede is om de netto-inkomsten te nemen en de betaalde vennootschapsbelasting daarbij op te tellen.

De netto contante waarde (NPV) is een maatstaf die wordt gebruikt om de winstgevendheid van een investering of project te bepalen. Deze waarde wordt berekend door de contante waarde van toekomstige uitgaande kasstromen af ​​te trekken van de contante waarde van toekomstige inkomende kasstromen. Om de contante waarde van de inkomende en uitgaande kasstromen te berekenen, moet u een disconteringsvoet toepassen. Deze formule kan op veel manieren worden weergegeven.

O

Operationele uitgaven (Operating Expenditures, OPEX)

Operationele uitgaven zijn de lopende kosten van de bedrijfsvoering, zoals salarissen, nutsvoorzieningen, provisies, werknemersvoorzieningen en voorraad. Dit zijn onkosten waarvan de volledige waarde wordt verantwoord op het moment dat de kosten worden gemaakt. Dit verschilt van CAPEX, waarbij de waarde van de onkosten wordt geactiveerd op de balans en afgeschreven over de levensduur van het aangeschafte goed of de aangeschafte dienst.

De operationele winstmarge (ook wel rendement op omzet) is het bedrag aan inkomsten dat overblijft nadat alle variabele kosten van productie, distributie en verkoop zijn betaald. De operationele winstmarge kan worden gebruikt om te meten hoe efficiënt een bedrijf functioneert door te kijken hoeveel winst elke euro aan omzet oplevert. De operationele winstmarge wordt berekend door de operationele winst te delen door de totale netto-omzet in een bepaalde periode.

Overheadkosten zijn de indirecte kosten en alle andere vaste onkosten die verband houden met de kosten van bedrijfsvoering en die niet direct kunnen worden herleid tot de vervaardiging van een product of de levering van een dienst. Overheadkosten worden doorgaans toegewezen aan een project, productlijn, afdeling of businessunit.

P

Periode

Periode is een gespecificeerde tijdsduur waarop een financieel overzicht of verslag betrekking heeft. Dit is doorgaans een maand of kwartaal voor interne overzichten en verslagen, en een jaar voor externe overzichten. De periode van een financieel overzicht komt vaak overeen met het boekjaar van een organisatie (in plaats van een kalenderjaar).

Periodekosten zijn alle kosten die niet aan een bepaald product of een bepaalde voorraad kunnen worden toegeschreven. Periodekosten worden ten laste gebracht van een onkostenrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt en worden gewoonlijk opgenomen in het onderdeel verkoop-, algemene en administratieve onkosten van de resultatenrekening.

Het vijfkrachtenmodel van Porter is een analytisch raamwerk op macroniveau dat inzicht verschaft in de manier waarop externe krachten de concurrentieverhoudingen in een bedrijfstak beïnvloeden. Deze krachten zijn: dreiging van substituten, dreiging van nieuwe toetreders, onderhandelingsmacht van leveranciers, onderhandelingsmacht van klanten en de mate van rivaliteit tussen concurrenten. Het model is in 1979 ontwikkeld door Michael E. Porter, die als professor was verbonden aan de Harvard University.

De contante waarde (PV) is de huidige waarde van een toekomstige geldsom of kasstroom die wordt verdisconteerd met een verwacht rendement (meestal de kapitaalkosten). Hoe hoger de disconteringsvoet, hoe lager de contante waarde van de toekomstige kasstromen.

'Pro forma' betekent in het Latijn 'voor de vorm' en verwijst naar een financieel verslag of overzicht waarin historische waarden worden gecombineerd met schattingen van toekomstige of hypothetische gebeurtenissen en omstandigheden. Het werkt als een gesimuleerd of wat-als financieel verslag. Pro-formaverslagen worden vaak opgesteld om inzicht te krijgen in de mogelijke gevolgen van toekomstige gebeurtenissen voor de financiële prestaties van een organisatie.

Een winst- en verliesrekening (P&L) is een financieel overzicht dat de financiële prestaties samenvat door de omzet, kosten en onkosten gedurende een bepaalde periode weer te geven. De winst- en verliesrekening, ook bekend als de resultatenrekening, is een van de drie belangrijkste financiële overzichten die beursgenoteerde bedrijven moeten verstrekken aan aandeelhouders en regelgevende instanties.


In het bedrijfsleven betekent een P&L soms dat iemand operationele en financiële verantwoordelijkheid heeft voor een afdeling, productlijn of ander onderdeel van het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het genereren van omzet voor het bedrijf.

Een profitcenter is een afdeling, divisie of groep binnen een bedrijf die verantwoordelijk is voor het genereren van winst uit de eigen activiteiten. Het wordt gemeten alsof het een eigen bedrijf binnen het bedrijf was. Van elk profitcenter worden de omzet, de onkosten en de winst afzonderlijk gemeten. De manager van een profitcenter heeft normaal gesproken budgettaire controle en beslissingsbevoegdheid om te doen wat nodig is binnen het profitcenter om winst voor het bedrijf te genereren.

Winstgevendheidsanalyse kan worden onderverdeeld in twee typen rapportage die laten zien hoe effectief een project, product of bedrijf winst genereert. Bij een interne winstgevendheidsanalyse wordt gekeken naar de onderliggende segmenten of factoren die de voornaamste aanjagers van de winstgevendheid zijn. U kunt bijvoorbeeld een winstgevendheidsanalyse uitvoeren om te bepalen welk type klant het meest winstgevend is voor uw bedrijf. Extern maakt de winstgevendheidsanalyse gebruik van verschillende ratiometingen, waarbij de winst van een bedrijf wordt vergeleken met omzet, activa en investeringsniveau. Zo kunt u bepalen hoe efficiënt een bedrijf winst genereert in vergelijking met andere bedrijven of zijn opportuniteitskosten.

Winstgevendheidsratio’s zijn een reeks ratio's die worden gebruikt om te meten hoe effectief een bedrijf omzet kan genereren ten opzichte van de onkosten, de financiering en andere relevante kosten. De meest gebruikte winstgevendheidsratio’s zijn:

  • Rendement op activa (ROA)
  • Rendement op eigen vermogen (ROE)
  • Rendement op geïnvesteerd vermogen (ROCE)
  • Nettowinstmarge
  • Brutowinstmarge

Q

Kwalitatieve evaluatie (Qualitative Evaluation)

Kwalitatieve evaluatie is een methode om investeringen te evalueren aan de hand van 'zachte' meeteenheden en immateriële activa in plaats van modellen en metingen. U kunt bijvoorbeeld een projectvoorstel evalueren door te analyseren hoe goed het aansluit bij de kerncompetentie van een bedrijf in plaats van alleen te kijken naar de verwachte financiële opbrengsten van het project.

R

Vereist rendement (Required Rate of Return, RRR)

Het vereiste rendement van een project of bedrijf is het minimale rendement dat een investeerder zou accepteren. Als het verwachte rendement van een investering lager is dan de RRR, zou de potentiële investeerder de investering niet doen. Om de RRR te berekenen, voegen investeerders gewoonlijk een verwachte risicopremie toe aan de huidige rentevoet van een risicovrije belegging (Amerikaanse staatsobligaties).

R&D-onkosten zijn onkosten binnen een bedrijf die verband houden met het creëren en verbeteren van producten en diensten gebaseerd op onderzoek en experimenten, en de toepassing ervan om aan verwachte klantbehoeften te voldoen. De R&D-onkosten worden opgenomen in de resultatenrekening en samen met de verkoop-, algemene en administratieve onkosten afgetrokken van de bruto-inkomsten om het bedrijfsresultaat te berekenen.

De ingehouden winst is de waarde van de door een bedrijf gegenereerde inkomsten die niet worden uitgekeerd aan de aandeelhouders. In plaats daarvan worden ze door het bedrijf gebruikt om schulden af te lossen of om weer in het bedrijf te investeren. Ingehouden winsten maken deel uit van het eigen vermogen dat op de balans wordt weergegeven.

Het rendement op activa is de maatstaf voor de winstgevendheid van een organisatie in verhouding tot de resources die met vreemd en/of eigen vermogen worden gefinancierd. Het ROA wordt berekend door de netto-inkomsten te delen door de totale activa.

Het rendement op geïnvesteerd vermogen is een maatstaf voor de efficiëntie en winstgevendheid van de kapitaalinvesteringen van een bedrijf. Het ROCE wordt berekend door de EBIT (winst vóór rente en belasting) te delen door de waarde van de totale activa minus de vlottende passiva.

Het rendement op eigen vermogen is de winst die wordt gegenereerd op het eigen vermogen, waarmee wordt gemeten hoe efficiënt een organisatie rendement genereert vanuit het oogpunt van de aandeelhouder. Het ROE wordt berekend door de netto-inkomsten te delen door het eigen vermogen.

De omzet is het bedrag dat een bedrijf ontvangt voor goederen of diensten die gedurende een bepaalde periode zijn geleverd. Wordt ook wel 'verkoop' genoemd. Hoewel sommige mensen ook het woord 'inkomsten' hiervoor gebruiken, verwijst 'inkomsten' in de context van financiële analyse gewoonlijk naar de waarde die overblijft nadat sommige of alle onkosten van de waarde van de verkopen zijn afgetrokken.

De risicobereidheid is het niveau en het type risico dat een organisatie bereid is te aanvaarden om de financiële doelstellingen te bereiken.

De risicoformule meet de waarschijnlijkheid van een gebeurtenis en de gevolgen ervan door de waarde van de activa te vermenigvuldigen met de dreigingsgraad en de kwetsbaarheidsgraad. Als een scenario bijvoorbeeld een kans van 10% heeft om zich voor te doen en het bedrijf € 100.000 zou kosten, zou het risico voor die gebeurtenis 10% x € 100.000 = € 10.000 zijn.

Risicomanagement is de praktijk van het identificeren, evalueren, kwantificeren en beheren van de risico's van een organisatie. Risicomanagement gaat uit van het principe dat risico's nooit volledig kunnen worden uitgesloten. Het doel ervan is om onnodige risico's tot een minimum te beperken en ervoor te zorgen dat een organisatie alleen risico loopt in het kader van een gedegen besluitvormingsmethodiek.

Een rolling forecast is een kerncomponent van een doorlopend planningsproces. In plaats van alleen naar de huidige boekingsperiode of het lopende boekjaar te kijken, wordt een voortschrijdende prognose gemaakt voor een bepaald aantal perioden in de toekomst, bijvoorbeeld 12 tot 18 maanden. De meeste rolling forecasts richten zich op de belangrijkste business drivers in plaats van op alle mogelijke posten die in een traditioneel budget voorkomen. Met rolling forecasts kan een bedrijf de flexibiliteit en nauwkeurigheid van de besluitvorming verbeteren.

S

Scenarioplanning

Scenarioplanning is een planningsmethode waarmee de uitkomsten van een financieel model worden geanalyseerd door verschillende omstandigheden in het model in te voeren. Scenarioplanning is zeer nuttig bij het uitvoeren van wat-als-analyses en biedt inzicht in de mate waarin een model gevoelig is voor veranderingen in invoer of aannames.

Scope omvat de uitvoer-, plannings- en resourcelimieten van een project. Projecten krijgen vaak te maken met 'scope creep', wat inhoudt dat de limieten van een project worden verlegd door aanvullende vereisten toe te voegen.

Verkoop-, algemene en administratieve onkosten zijn alle kosten, met uitzondering van rente en inkomstenbelasting, die geen verband houden met de productie en distributie van goederen of diensten.

Gevoeligheidsanalyse is een methode om te testen en te evalueren in welke mate de uitkomst van een model verandert als de invoer of een reeks aannames die in het model worden gebruikt, worden gewijzigd. Deze methode is nuttig en wordt gebruikt bij scenarioplanning en wat-als-analyses om te begrijpen hoe breed het scala aan uitkomsten kan zijn voor een project of de financiële prestaties van een organisatie.

Het overzicht van het eigen vermogen is een financieel overzicht dat laat zien hoe het eigen vermogen verandert als gevolg van netto-inkomsten, uitgekeerde dividenden of de terugkoop van aandelen.

Statische planning is een traditionele benadering van budgettering, forecasting en modellering. Het is een proces dat resulteert in plannen die vaak geen buy-in hebben, onnauwkeurigheden bevatten en snel verouderd raken. Organisaties met een statische planning hebben vaak moeite om te voldoen aan de strategische en dynamische behoeften van een organisatie om betere financiële prestaties te leveren.

Het wettelijk belastingtarief is de heffing op de belastbare inkomsten van een bedrijf, dat gelijk is aan de bruto-inkomsten minus eventuele aftrekposten voor arbeid, materiaal en afschrijving van kapitaalactiva.

Een strategisch plan is een plan dat de doelen en doelstellingen van een organisatie definieert en aangeeft hoe deze binnen een bepaalde periode kunnen worden bereikt.

T

Top-down budgettering

Top-down budgettering is een methode van budgettering en planning waarbij een budget op hoog niveau wordt bepaald en de bedragen vervolgens worden toegewezen aan afzonderlijke functies of afdelingen. Elke afdeling moet daarna een gedetailleerd budget opstellen op basis van de toegewezen middelen. Top-down budgettering wordt vaak toegepast wanneer de financiële afdeling of het uitvoerend personeel een specifieke omzet- of winstgevendheidsdoelstelling heeft die gehaald moet worden en op basis waarvan ze het budget willen vaststellen.

De proefbalans is een methode om de waarden aan het einde van een periode in een dubbel boekhoudsysteem te beoordelen. In de proefbalans worden de totalen van alle debet- en creditbedragen samengebracht en onder de juiste omstandigheden is de totale waarde gelijk aan nul. Als de proefbalans niet gelijk is aan nul, is er een fout opgetreden in het journaalboekingssysteem. Maar het feit alleen dat de proefbalans gelijk is aan nul, betekent niet dat het journaal geen fouten bevat. Het betekent alleen dat het saldo van alle debet- en creditbedragen gelijk is aan nul.

U

Niet-toegewezen kosten (Unallocated Costs)

Niet-toegewezen kosten worden bij de berekening van de COGS (kosten van verkochte goederen) buiten beschouwing gelaten. Dit zijn de kosten die niet direct of indirect verband houden met de productie, verkoop of levering van goederen of diensten.

V

Value driver tree

Een value driver tree (ook wel DuPont-analyse genoemd) wordt gebruikt om managers te laten zien waar een bedrijf waarde verliest of juist waarde genereert. Het ziet eruit als een stroomschema en begint met meeteenheden op het hoogste niveau, zoals het rendement op eigen vermogen, en splitst vervolgens de ratio's en berekeningen op in opeenvolgende stappen en componenten die de onderliggende value drivers van een organisatie identificeren.

Value drivers zijn acties, processen en resultaten die waarde genereren voor een organisatie, cruciaal zijn voor de activiteiten en een concurrentievoordeel opleveren.

Variabele kosten zijn productiekosten die een directe correlatie hebben met het productievolume van een bedrijf.

Variantierapportage is een verslag waarin de werkelijke inkomsten en uitgaven worden geëvalueerd ten opzichte van een budget of prognose. Zo kan een bedrijf meten in hoeverre het zich houdt aan het budget of de geplande groeidoelstellingen.

W

Wat-als-analyse

Een wat-als-analyse is een planningsmethode waarmee de financiële resultaten van een bedrijf worden geanalyseerd op basis van verschillende omstandigheden, scenario's en aannames.

Het werkkapitaal is een financiële ratio die als maatstaf dient voor de efficiëntie van een bedrijf en zijn vermogen om de kortetermijnschulden te dekken. Het werkkapitaal wordt berekend door de vlottende passiva af ​​te trekken van de vlottende activa.

Z

Zero-based budgettering

Zero-based budgettering is een methode om budgetten op te stellen zonder overdracht van cijfers van voorgaande jaren. Elke activiteit moet worden verantwoord, aangezien elke afdeling begint met nul euro om uit te geven.

Ontdek wat Workday kan doen voor FP&A.